De taks shift heeft weliswaar gezorgd voor een vermindering van de loonkloof met de buurlanden, maar de bedrijven uit de sector van de niet-alcoholische dranken worden getroffen door specifieke fiscale maatregelen, zoals de zgn. ‘gezondheidstaks’ en de verpakkingsheffing. Bovenop deze heffingen, zijn er nog een hele reeks andere kosten, zoals het Groene Punt, de kilometerheffing en de hoge prijzen voor energie. De negatieve impact van deze fiscale maatregelen weegt helaas zwaarder door dan de positieve impact van de taks shift.
Wat wij vragen
Het is duidelijk dat de bedrijven van de sector hun productiecapaciteit in België willen behouden en nog liever uitbreiden. Deze bedrijven, meestal kmo’s, zorgen vaak voor tewerkstelling in regio’s waar weinig alternatieven voorhanden zijn. Om deze lokale tewerkstelling veilig te stellen is het echter belangrijk dat de competitiviteit van de bedrijven gegarandeerd wordt.
We vragen daarom aan de overheid dat ze het geheel van de fiscaliteit met betrekking tot de niet-alcoholische dranken zoud herbekijken. Deze opeenstapeling van taksen en accijnzen tast de rendabiliteit van de Belgische bedrijven sterk aan en doet bovendien ook nog eens de koopkracht van de consumenten dalen.
Lokale tewerkstelling
De wet legt vast dat natuurlijk mineraalwater en bronwater gebotteld moeten worden aan de bron. De producenten ervan zijn dus per definitie lokaal verankerd aangezien er een fysieke link is met de bron die ze beheren.
Maar ook de Belgische frisdrankproducenten kiezen ervoor om zo dicht mogelijk bij hun klanten te produceren en zo de logistieke en ecologische uitdagingen te optimaliseren.
Investeringen
Volgens de officiële cijfers van de FOD Economie hebben de bedrijven uit de sector in 2016 alleen al 95 miljoen geïnvesteerd in hun productieapparaat. Dit bevestigt nogmaals de lokale verankering en de wil van de bedrijven om hun productie verder in België uit te bouwen.