Een rondvraag die VIWF in juni bij haar leden deed, wees op een daling van de omzet van minstens 20% bij een derde van de bedrijven. Een ander opvallend gegeven is dat door het sluiten van de grenzen de Belgen tijdelijk (!) weer meer water en frisdrank in eigen land kochten.
De impact van de eerste lock-down en de sluiting van de horeca laat zich nog steeds voelen voor de fabrikanten van water en frisdranken. De tweede golf die we thans het hoofd moeten bieden, kwam eerst met een nieuwe sluiting van de horeca en vervolgens met nog andere maatregelen die veel gelijkenissen vertonen met die van de eerste lock-down. Een enquête bij de leden van VIWF in juni had al aangegeven dat een derde van de bedrijven een omzetdaling van minstens 20% vaststelden tegenover begin maart. Overheidscijfers tonen aan dat ook in juli de accijnsinkomsten nog steeds achterliepen op dezelfde periode vorig jaar.
De belangrijkste reden voor de daling was het wegvallen van het zogenaamde “out-of-home” kanaal (horeca, benzinestations, broodjeszaken, enz.) De volumes die daar zijn weggevallen konden niet zomaar gecompenseerd worden door een stijging van de verkoop via andere kanalen zoals de supermarkten.
Grensaankopen daalden tijdelijk met 91%
De lockdown bracht echter ook een positieve trend op gang voor de leden van VIWF. Omdat de grenzen sloten, kon de Belg niet meer naar het buitenland om er water en frisdrank aan te kopen. Dat is te merken aan de cijfers van de voorbije maanden: toen de grenzen gesloten waren, zijn de volumes van buitenlandse aankopen gedaald tot ongeveer 10% van wat in normale tijden over de grens wordt aangekocht. In pre-corona tijd werd gemiddeld 14 miljoen liter water en frisdranken per maand in het buitenland gekocht, tijdens de crisis was dat slechts 1,3 miljoen liter per maand (gemiddeld volume voor de maanden april en mei 2020).
Nu de grenzen opnieuw open zijn, zal deze daling zich waarschijnlijk niet meer verderzetten. Buitenlandse winkelketens voeren thans opnieuw campagnes op Belgisch grondgebied, en VIWF stelt vast dat de buitenlandse aankopen allengs opnieuw hetzelfde niveau bereiken van voor de sluiting van de grenzen.
Hervorming van de fiscaliteit
Het openen van de horeca werd positief onthaald door de drankenproducenten, maar de situatie blijft precair vandaag nu nieuwe maatregelen genomen zijn zoals het opnieuw verplicht sluiten van de café’s en restaurants. De sector hoopt dat iedereen zich aan de opgelegde maatregelen houdt opdat de medische diensten die nu al zo zwaar onder druk staan niet verder op de proef gesteld worden. In alles wat de sector onderneemt, zullen de veiligheid en de gezondheid van de consument de absolute prioriteit blijven.
VIWF vraagt de overheid de binnenlandse handel te versterken en de Belgische consumenten aan te zetten om hun water en frisdrank in België aan te kopen en niet in het buitenland. In 2019 zijn die grensoverschrijdende aankopen voor niet-alcoholische dranken namelijk weer met 6,3% gestegen. Zoals we in dit artikel eerder bespraken, is de fiscale druk op de sector groot en maakt die dranken in België 30 à 40% duurder dan in het buitenland. Bedrijven betalen verpakkingsheffing, kilometerheffing en accijnzen. De accijnzen op frisdranken (de gezondheidstaks) zijn sinds 2015 meer dan verdrievoudigd. Er moet nu dringend werk gemaakt worden van een globale herziening van de fiscaliteit op de waters en frisdranken.