Eerst en vooral willen we stellen dat we met VIWF vanzelfsprekend achter het idee staan om gezonde voeding te stimuleren, onder andere in de strijd tegen obesitas. We willen er ook heel graag aan bijdragen. Als producenten willen we onze verantwoordelijkheid nemen, binnen een breed gedragen aanpak. Maar daar knelt nu net het schoentje. Een ‘suikertaks’ die enkel frisdranken viseert, blijkt weinig effectief in het geheel van de consumptie.
Op 19 juli 2022 publiceerde de Europese Commissie een nieuw rapport dat de bestaande fiscale en prijsmaatregelen in kaart brengt, die de consumptie van alcohol en van producten met een hoog vet-, suiker- en zoutgehalte (HFSS), moeten verminderen. Daaronder dus ook de suikertaks, die sinds 2015 in de Europese Unie bestaat. Voorwerp van het onderzoek waren de landen van de EU, Australië, Chili en de Verenigde Staten.
Hoofdconclusie? Het rapport erkent dat ‘het effect op de totale voedselinname niet groot genoeg is om deze belastingen als een op zichzelf staande strategie voor dieetverbetering te beschouwen’. Voorts duidt het op ‘de rol van andere beleidsmaatregelen om positieve gezondheidsresultaten te bereiken’, dus samen met alle andere spelers in deze complexe problematiek. We zetten de belangrijkste bevindingen even op een rij.
Geen bewijs van positief effect
Momenteel is er volgens het rapport geen enkel concreet bewijs dat een selectief belastingbeleid obesitas, overgewicht en daarmee gepaard gaande aandoeningen heeft verminderd. “De aankoop van suikerhoudende frisdranken en voedingsmiddelen rijk aan vet, suiker en zout neemt weliswaar af na de invoering van fiscale maatregelen, maar de mate waarin dit de algemene gezondheid beïnvloedt, blijft onduidelijk op basis van de huidige gegevens.” Sterker nog, landen als Finland, Frankrijk of Ierland maken nog steeds melding van stijgende zwaarlijvigheidcijfers, terwijl de consumptie van frisdranken is gedaald. Dat wordt trouwens ook door het ‘European Childhood Obesity Surveillance Initiative Report’ van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bevestigd.
Frisdrank niet de boosdoener
De suikertaks geldt voor producten die slechts een klein deel van de totale voedsel- en drankinname vertegenwoordigen. Frisdranken leveren inderdaad niet de belangrijkste bijdrage aan de inname van vrije suikers. In het advies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) over dieetsuikers staat dat bijvoorbeeld tafelsuiker, honing, siropen en zoete desserts op basis van water het meest bijdragen tot de inname van toegevoegde en vrije suikers in de Europese landen. Dit leidt tot de conclusie dat een fiscaal beleid dat slechts één productcategorie viseert, de consumptie van suiker onvoldoende aanpakt en de voedingssector onvoldoende aanmoedigt tot herformuleringen in alle in alle voedsel- en drankproducten om zo te komen tot een lagere suiker-, vet- en zoutinname.
Slimme in plaats van vlakke taks
Belastingen op basis van het nutriëntengehalte hebben meer kans om het gedrag van de consument te veranderen, stelt het rapport. Zo’n ‘slimme belasting’ heeft inderdaad een grotere kans om consumenten alternatieve keuzes te doen maken en om herformulering door fabrikanten aan te moedigen. Een suikerbelastingregeling zou een trapsgewijze aanpak moeten hanteren voor producten zonder en met weinig calorieën. Dus niet: overal dezelfde lineaire taks, ongeacht de hoeveelheid toegevoegde suikers. Zo wordt de consument immers niet in de richting van caloriearme alternatieven gestuurd, en worden de inspanningen van de frisdrankensector volledig ondermijnd.
Geen simpele oplossingen
Overgewicht en obesitas zijn complexe problemen met uiteenlopen oorzaken. Dat los je niet op met een geïsoleerde, simplistische taks met een haast stigmatiserende vingerwijzing naar één partij. Nee, het vereist een veelzijdige aanpak waarbij regeringen, industrie, gezondheidszorg en maatschappij moeten samenwerken. Vrijwillige initiatieven van de industrie zijn wél een effectief alternatief voor regelgeving gebleken. Daarom zijn wij voorstander van een samenwerking met alle relevante stakeholders om doeltreffende zelfregulerende initiatieven verder te ontwikkelen, en alle levensmiddelencategorieën op een meer zinvolle manier te doen bijdragen aan de vermindering van de totale suiker- en calorie-inname van de Europese consument.
Wat deden we als sector al?
- Een vermindering van 15% van de gemiddelde toegevoegde suikers tussen 2000 en 2012 en van 20% sinds 2012. Tegen 2025 willen we in heel Europa nog eens 7% minder suiker gebruiken, een totale vermindering van méér dan 40% in de afgelopen twee decennia.
- Wij maken geen reclame specifiek gericht op kinderen jonger dan 12 jaar, in geen enkel medium wanneer minstens 35% van het publiek uit kinderen bestaat.
- Sinds 2006 verkopen we geen frisdranken meer in basisscholen in de EU en maken we er ook geen reclame meer voor. In middelbare scholen worden alleen nog frisdranken zonder en met weinig calorieën aangeboden, en enkel in automaten zonder merknaam.
- Hoewel voedingswaarde-informatie op de voorkant van de verpakking in de EU niet verplicht is, verstrekt onze sector deze informatie sinds 2008 vrijwillig om de Europese consumenten te helpen goed geïnformeerde keuzes te maken.
De weg vooruit
Jarenlang heeft onze industrie verregaande inspanningen gedaan om het gemiddelde gehalte aan toegevoegde suiker te verlagen en matige consumptie te bevorderen. We verbreden voortdurend ons gamma met suikervrije of suikerarme dranken. Liefst 6 op de 10 nieuwe drankjes die het afgelopen decennium op de markt kwamen, bevatten weinig tot geen suiker. We promoten caloriearme en -vrije producten om het gedrag van de consument een duwtje in de rug te geven, en we verkleinen de verpakkingen om porties te helpen beheersen.
Maar die inspanningen worden teniet gedaan met een suikertaks die rechtlijnig en geïsoleerd wordt opgelegd, zonder het suikergehalte in rekening te brengen. Dat maakt de taks niet enkel oneerlijk, maar ook ineffectief. Je krijgt geen mooi gebit door maar één tand te poetsen. Kortom, de suikertaks is een verspilling van middelen, die beter naar R&D zouden gaan om de producten nog verder te ontwikkelen. Een positieve stimulans werkt altijd beter dan willekeurig straffen.