Samenstelling
-
Samenstelling
Elke frisdrank heeft zijn eigen smaak en samenstelling. Toch bevatten ze allemaal volgende basisingrediënten:
- Water
- Suiker of zoetstof
- Voedingszuur
- Aroma
Andere ingrediënten zijn o.a. fruit en/of vruchtensappen, koolzuurgas (voor sprankelende dranken), bewaarmiddelen, kleurstoffen, extracten van vruchten of planten en anti-oxidanten.
De verschillende bestanddelen van een frisdrank wat nader toegelicht
Cola light
Frisdrank met plantenextracten en met zoetstoffen.
Ingrediënten: sprankelend water, kleurstof E150d; voedingszuren E338-E330; zoetstoffen: aspartaam en acesulfaam-k; plantenextracten, cafeïne; aroma’s. Bevat een bron van fenylalanine.Voedingswaarde per 100 ml
-
Energie 1 kJ, 0.2 kcal Eiwit 0 g Koolhydraten waarvan suikers 0 g Koolhydraten waarvan verzadigde verzuren 0 g Voedingsvezels 0 g Natrium 0 g -
En détail
Water
Water is het voornaamste bestanddeel van frisdranken. Het water dat gebruikt wordt voor de productie van frisdranken is drinkwater, natuurlijk mineraalwater of bronwater.
Als water van het openbaar drinkwaternet wordt gebruikt, wordt het meestal nog extra behandeld (ontharden, ontijzeren) en verder gezuiverd (coagulatie, omgekeerde osmose, filtratie,…) vooraleer het als ingrediënt in frisdrank kan gebruikt worden. De kwaliteit en samenstelling van drinkwater is immers niet constant. En een constante kwaliteit van het water gebruikt in frisdranken is nu net primordiaal. Water is namelijk het oplosmiddel voor alle andere ingrediënten. Daarom moet het puur, helder, geur- en kleurloos zijn.
- Suiker of zoetstof
Suikers en/of zoetstoffen zijn een basisingredïent van frisdranken omdat zij een smaakversterkend effect hebben. Daardoor zijn ze onmisbaar in frisdranken.
De traditionele of ‘regular’ frisdranken worden gezoet met suikers, vooral kristalsuiker en glucosestropen. De ‘light’ frisdranken worden gezoet met zoetstoffen of met een combinatie van suikers en zoetstoffen, waardoor ze minder calorieën bevatten (minimaal 1/3 minder calorieën). .Suiker is een uitstekende en natuurlijke bron van energie. Gesuikerde dranken zijn daarom geschikt voor mensen met een actieve levensstijl. Er bestaan verschillende soorten dranken, aangepast aan verschillende niveaus van activiteit: de frisdranken die gewoonweg de dorst lessen, energiedranken, sportdranken.
Zoetstoffen zijn het caloriearme of zelfs calorievrije alternatief voor suiker. Ze hebben een veel groter zoetend vermogen dan suiker waardoor er veel minder van nodig is om een product de gewenste zoete smaak te geven.
In de huidige gezondheidsbewuste maatschappij, is de vraag naar suikervrije dranken, dranken zonder toegevoegde suikers en dieetdranken alleen maar toegenomen. De benaming ‘light’ mag pas gebruikt worden wanneer het energiegehalte van het desbetreffende product minimum 30% lager is dan dat van een vergelijkbaar regular product.Veel gebruikte zoetstoffen zijn aspartaam, acesulfaam-k, sucralose.
- Koolzuurgas (koolstofdioxide, CO2)
Koolzuurgas is een reuk-, smaak- en kleurloos gas en bovendien is het onschadelijk. Daardoor is het het enige geschikte gas om een frisdrank bruisend te maken. Koolstofdioxide lost slechts gedeeltelijk op in water. Het deel dat gasvormig blijft zorgt voor het sprankelend effect en een typisch “smaakgevoel”.
In bepaalde omstandigheden werkt koolzuurgas ook als een bewaarmiddel, want het voorkomt de ontwikkeling van schadelijke micro-organismen. Toch kan het, omwille van microbiologische veiligheid, andere bewaarmiddelen niet zomaar vervangen.
De hoeveelheid toegevoegd koolzuurgas is afhankelijk van het type drank, gaande van licht bruisend, bruisend tot sterk bruisend.
- Verschillende additieven
In frisdranken kunnen verschillende additieven of toevoegsels voorkomen, zoals zoetstoffen, kleurstoffen, bewaarmiddelen, voedingszuren. Additieven worden aan voedingsmiddelen toegevoegd om houdbaarheid, kleur, geur en smaak te beïnvloeden. Het gebruik van additieven laat toe om veilige, smakelijke en betaalbare producten te maken, die over lange afstand kunnen vervoerd en langdurig opgeslagen kunnen worden.
Het gebruik van additieven dateert van oudsher: zo werden bv. suiker, zout en azijn eeuwen geleden al gebruikt om voedingsmiddelen langer houdbaar of smakelijker te maken.
Het gebruik van additieven –wordt gereglementeerd door de Europese Commissie en is hetzelfde voor alle producenten van voedingsmiddelen in Europa. Deze reglementering is omgezet in nationale wetgeving. Voor België, wordt het gebruik van additieven geregeld door het Koninklijk Besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen. De zoetstoffen en de kleurstoffen vallen onder aparte wetgeving, respectievelijk het Koninklijk Besluit van 17 februari 1997 betreffende zoetstoffen die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt, en het Koninklijk Besluit van 9 oktober 1996 betreffende kleurstoffen die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt. Additieven worden aangeduid met hun naam of met een E-nummer. Een E-nummer betekent dat de betreffende stof toegelaten is door de Europese overheden, omdat zij na wetenschappelijke studies, erkend door de Europese instanties, veilig is bevonden.
Klik hier voor een lijst van alle toegelaten additieven of toevoegsels.
- Zoetstoffen (E 950 – 967)Zie hiervoor ‘suiker of zoetstof’
- Voedingszuren (E 200 – 300)
Een typische eigenschap van frisdranken is hun zuurheid. Frisdranken worden zuur gemaakt door het toevoegen van vruchtensap of een zuur. Zuren in frisdranken hebben 2 belangrijke functies:
- Ze belemmeren de groei van micro-organismen zoals schimmels en bacteriën;
- Ze verbeteren het smaakprofiel door het uitbalanceren van de zoetheid.
Citroenzuur, appelzuur en fosforzuur zijn courant gebruikte voedingszuren in frisdranken. Ook andere, zoals melkzuur en wijnsteenzuur, komen voor. De hoeveelheid van een zuur dat aan een drank wordt toegevoegd hangt af van het productrecept en van het type zuur.
- Kleurstoffen (E 100 – 180)
Het gebruik van kleurstoffen in frisdranken heeft meerdere belangrijke functies. Eerst en vooral maken kleurstoffen het product esthetisch aantrekkelijk voor de consument. Ten tweede corrigeren kleurstoffen natuurlijke schommelingen in de kleur van de drank of wijzigingen van de kleur doorheen het productieproces en de opslag. Tenslotte helpen kleurstoffen om de identiteit of het karakter van een bepaald type drank te bewaren: consumenten verwachten bijvoorbeeld dat een sinaasdrank oranje is.
Zowel natuurlijke als kunstmatige kleurstoffen worden gebruikt in frisdranken. De natuurlijke kleurstoffen worden gewonnen uit planten, fruit en groenten. De bekendste zijn de carotenoïden (gele tot oranje kleuren) en de anthocyanines (helder rood tot paarse kleuren).
Gezien het brede gamma aan dranken is het gebruik van enkel natuurlijke kleurstoffen niet altijd toereikend. Vandaar dat ook kunstmatige kleurstoffen worden gebruikt. Alle toegelaten kunstmatige kleurstoffen werden grondig getest en veilig bevonden voor gebruik in voeding.
- Conserveermiddelen (E 200 – 300)
Een conserveermiddel verhindert de groei van micro-organismen zoals gisten, schimmels en bacteriën en verhoogt de houdbaarheid van frisdranken.
De meest gebruikte conserveermiddelen zijn: zwaveldioxide, kaliumsorbaat, dimethyldicarbonaat. Niet alle dranken bevatten conserveermiddelen. Afhankelijk van het type drank kan de aanwezigheid van koolstofdioxide en de zuurtegraad voldoende zijn om microbiële groei te voorkomen; sommige dranken worden aseptisch afgevuld en bevatten geen micro-organismen die bederf kunnen veroorzaken.
- Aroma’s
Aroma’s zijn geen additieven, maar ingrediënten. Ze zijn aanwezig in nagenoeg elke frisdrank. Ze worden toegevoegd om de consument een brede keuze aan smaken aan te bieden. Zowel natuurlijke (uit fruit, groenten, noten, boomschors, bladeren, kruiden,…) als kunstmatige aroma’s worden gebruikt.
Vitamines en mineralen
Het is belangrijk dat we voldoende vitamines en mineralen opnemen via onze voeding. Vitaminen en mineralen zijn immers cruciaal voor het goed functioneren van ons lichaam, ze beschermen ons tegen ziekte.
Dranken kunnen van nature uit vitamines en mineralen bevatten (via vruchtensap, water,…), maar meer en meer worden ook ze toegevoegd. Men spreekt dan van met vitamines of mineralen verrijkte dranken.
Wat meer uitleg bij het etiket
Volgende informatie moet verplicht op het etiket van frisdranken vermeld worden.
1. Benaming van het product
Dit is een omschrijving van de drank. Voorbeelden: frisdrank met plantenextracten, frisdrank met sinaasappelsap,…
2. Lijst van ingrediënten
Alle soorten ingrediënten waaruit een frisdrank bestaat, moeten opgelijst worden: water, suiker, sap, additieven,…
De additieven worden veelal aangeduid met hun E-nummer voorafgegaan door de groepsnaam. Voorbeelden: voedingszuren: E330 ; kleurstof: E160a : conserveermiddel: E202 ; …3. Voedingswaarde-etikettering
De etikettering van de voedingswaarde is enkel verplicht in het geval beweringen of claims op de verpakking voorkomen. De Europese wetgeving over voedingswaarde-etikettering is momenteel in volle ontwikkeling. De verplichting tot etikettering zal in de toekomst uitgebreid en meer veralgemeend worden.
De voedingswaarde-etikettering heeft betrekking op volgende elementen en per 100 ml:
Energetische waarde (in kJ, kcal)
Eiwitten (in g)
Koolhydraten (in g)- Waarvan suikers (in g)
- Vetten (in g)
- Waarvan verzadigde vetzuren (in g)
- Voedingsvezels (in g)
- Natrium (in g)
De voedingswaarde etikettering gebeurt nu ook meer en meer per portie (bv. per 33 ml, per 25 cl,…).Ook de GDA-labelling zien we meer en meer opduiken op verpakkingen van dranken.
4. Netto-inhoud
De netto-inhoud is de hoeveelheid die in de verpakking zit. Deze wordt meestal uitgedrukt in milliliters (ml), centiliters (cl) of liters (l), in kleine letters. De opgave van de inhoud wordt dikwijls gevolgd door een ‘e’-teken. Dit teken betekent dat de inhoud gemeten werd conform de criteria vastgelegd in de Europese regelgeving.
5. Uiterste houdbaarheidsdatum en instructies voor opslag
De uiterste houdbaarheidsdatum geeft aan hoelang de fles, blik, brik ongeopend bewaard kan worden zonder dat de drank zijn eigenschappen verliest. Frisdranken zijn doorgaans één tot twee jaar houdbaar, afhankelijk van de verpakking, of het water koolzuurhoudend is of niet en de bewaaromstandigheden. Frisdranken worden best op een koele, droge en propere plaats uit de zon bewaard. PET-flessen worden bij voorkeur ver van sterk geurende producten (zoals schoonmaakprodcuten, white spirit, verf, enz. ) bewaard.
6. Gegevens van de producent/verkoper/verpakker
Consument of andere geïnteresseerden moeten de producent of importeur kunnen contacteren. Het vermelden van de naam en het adres of de plaats van vestiging is daarom verplicht.
Andere, niet-verplichte informatie op het etiket:
1. Aanduidingen, beweringen
Het etiket mag bepaalde beweringen (claims) bevatten over de samenstelling van de drank, de geschiktheid ervan in een bepaald voedingsregime of het gunstige effect op de gezondheid. Voorbeelden zijn ‘hydrateert uw lichaam’, ‘bevorderlijk voor de spijsvertering’, ‘bevat vitamine C’,…
Er zijn evenwel voorwaarden aan verbonden. Zo moet een dergelijke bewering gebaseerd zijn op wetenschappelijke bewijzen en mag ze niet misleidend zijn voor de consument. De Europese wetegeving hieromtrent is nog in volle ontwikkeling.2. Logo’s
-