Waaruit drinken we morgen?
Hoe verloopt de weg naar duurzame drankverpakkingen? Zullen we binnen pakweg 10 jaar allemaal drinken uit herbruikbare of gerecycleerde flessen, uit bioplastic of uit composteerbare materialen? En wat is de verantwoordelijkheid van producenten, overheden en consumenten? VIWF kijkt samen met onafhankelijke experts met een open vizier naar de drankverpakking van de toekomst. Op basis van de visies en uitdagingen die we op deze manier definiëren, willen we als sector onze verantwoordelijkheid nemen en tegemoetkomen aan de verwachtingen van de consument en de maatschappij.
Deel 1: De ‘drankverpakking van de toekomst’ blijft van plastic, blik of glas
De ‘drankverpakking van de toekomst’ blijft van plastic, blik of glas
Nee, we zullen binnenkort niet allemaal uit een papieren of composteerbare fles drinken. Gewoon traditioneel (recycleerbaar) plastic of blik en (herbruikbaar) glas blijven nog een lange tijd de beste en meest aangewezen verpakkingsmaterialen voor onze dranken, omdat ze het best passen in een circulaire economie. Daar zijn UA-prof Materialenleer en Ecodesign Karine Van Doorsselaer en UGent-prof. ir. Food Packaging Technology Peter Ragaert alvast van overtuigd. “Er bestaan geen duurzame materialen, enkel duurzaam gebruik ervan,” klinkt het in het eerste deel van onze reeks ‘Waaruit drinken we morgen?’.
We horen vaak dat plastic moet verdwijnen. En herbruikbaar glas zou een zware milieu-impact hebben omwille van het gewicht en transport. Maar met die vooroordelen maakt Karine Van Doorsselaer meteen komaf. “Het is een groot misverstand dat papier of karton de duurzame oplossing zijn. Het is eerder een aanslag op het bomenbestand. En de productie verbruikt veel water en energie. Papier gebruikt als drankverpakking wordt veelal gecoat met plastic, waardoor deze verpakkingen nagenoeg niet recycleerbaar zijn. Bij het composteerbare afval horen de gecoate en bedrukte drankverpakkingen dus al helemaal niet thuis. Wat materialen betreft zeg ik vaak: er bestaan geen duurzame materialen, enkel duurzaam gebruik. Daarom begin je best bij vraag één: past een bepaalde verpakking in de circulaire economie?”
Voorkeur voor herbruikbaar glas of metaal
En als we daarover spreken, is er voor de prof een grote voorkeur: herbruikbare verpakkingen. “Voor mij is het duidelijk dat we eerst moeten inzetten op optimale bescherming van de verpakte drank en hergebruik van de verpakking. Inerte materialen zoals glas en metaal – dit zijn materialen die geen risico op de overdracht van schadelijke stoffen naar de voeding inhouden - zijn daarvoor nog steeds de beste optie. Bovendien moet je alles in rekening brengen: productie, verpakking, transport, inzameling, reiniging ... Er bestaat geen verpakkingssysteem dat voor alle aspecten positief scoort. Het is steeds streven naar een compromis, afhankelijk van het verpakkingsscenario (soort drank, transportafstand, …). ”
Wat dan met de bezwaren dat hergebruik van glas het milieu belast door het zware transport en water voor de reiniging? Karine Van Doorsselaer: “Die argumenten zijn niet valabel. Onderzoek wijst uit dat het energiegebruik voor de totale levenscyclus van herbruikbare flesjes al na 2 cycli minder is dan het totale energiegebruik van glazen wegwerpflesjes (uitval van 5 % per omloop en transportafstand 155 km). En het industriële waswater wordt al grotendeels hergebruikt na zuivering. Om herbruikbare glazen flesjes economisch rendabel te maken, moet wel meer ingezet worden op gestandaardiseerde flessen, iets dat voor de marketing dan weer moeilijk ligt. Duurzame verpakkingen zijn geen zwart-witverhaal, er bestaat geen One Size Fits All oplossing. Na maximaal inzetten op herbruikbare verpakkingen is dan de focus in de circulaire economie, het inzetten van recycleerbare verpakkingen waarvoor inzamel- en recyclagefacliteiten bestaan (PMD-inzameling). Het gebruik van composteerbare drankverpakkingen is geen optie. Composteerbare plastic verpakkingen horen niet thuis in de GFT-bak omdat deze het composteringsproces verstoren en omdat er risico’s zijn door verkeerd sorteergedrag. Tevens geven deze verpakkingen aanleiding tot zwerfvuil, het duurt namelijk maanden (soms jaren) alvorens de composteerbare plastics in de natuur afbreken.”
Bart Calis, onderzoeker circulaire economie aan de Gentse Arteveldehogeschool, ziet naast glas ook een mooie rol voor plastic weggelegd. Ook voor hergebruik. “In Duitsland gebruiken ze al een type PET-fles die steviger is dan de onze, en geschikt voor hergebruik. Het label volstaat voor de branding. Waar we alleszins vanaf moeten is eenmalig glas, dat sommige kleinere spelers nog gebruiken.”
Ook gebruiksgemak en functionaliteit spelen rol
Voor prof. ir. Peter Ragaert, Director van het consortium Pack4Food en Professor food packaging technology aan de Universiteit Gent, hangt de keuze van het materiaal niet alleen af van de duurzaamheid. “Ook gebruiksgemak en functionaliteit spelen een rol. Want je wil ook verpakkingen die de veiligheid en de houdbaarheid van producten garanderen én die handig zijn voor consumenten om te gebruiken. In dit opzicht zie ik een blijvende rol voor alle vier de hoofdmaterialen op dit moment: plastic, glas, metaal en papier/karton. Van deze materialen weten we immers welke functionaliteiten ze hebben, consumenten weten steeds beter hoe ze moeten inzamelen én er zijn ook nog heel wat optimalisaties en innovaties mogelijk. Ook op het vlak van duurzaamheid.”
Zo zijn er binnen de plastics spannende ontwikkelingen met zowel polyesters als polyolefines, geeft Peter Ragaert aan. “Polyesters kunnen helpen bij het behouden van de versheid en verminderen van zuurstof- en vochtdoorgang, bijvoorbeeld ook in combinatie met zuurstofabsorbers. Bovendien zijn ze recycleerbaar. Idem voor polyolefines zijnde polyethyleen en polypropyleen die meer en meer veelzijdig worden en als bulkmateriaal gebruikt kunnen worden voor sterke flexibele verpakkingen, indien nodig aangevuld met een kleine hoeveelheid van een barrièremateriaal, zonder dat dit de recycleerbaarheid beïnvloedt.”
Ook wordt gekeken naar composteerbare materialen. “Dat klinkt uiteraard erg interessant: een verpakking die gewoon verdwijnt na enkele weken of maanden in de compost. Zo kan het zeker geen zwerfvuil worden, dus dat is een pluspunt. Daarenboven is dit een voordelige techniek indien de materialen sterk vervuild zijn (vb. bij koffiecapsules). Al is er een belangrijke kanttekening: het composteerbaar karakter mag niet gezien worden als een excuus om verpakkingen in de natuur te smijten. En bij compostering moet men er zich ook van bewust zijn dat je de verpakking slechts éénmaal hebt gebruikt, wat indruist tegen de duurzame principes van waarde- en materiaalbehoud.”
Ook professor Van Doorsselaer geeft aan dat er ook nog andere zaken meespelen. Zo is herbruikbaar glas voor haar dan ook voornamelijk een oplossing voor thuis en in de horeca. On-the-go is weer een ander verhaal. “Voor onderweg is plastic (PET) te verkiezen. Dit is nog steeds het best recycleerbaar én kunnen we ook verwerken tot nieuwe PET-flessen. Hiervoor is wel een juiste inzameling nodig. We moeten af van heel complexe verpakkingen en ‘multilayers’ die heel moeilijk te recycleren zijn. We zien ook mogelijkheden voor chemische recycling, naast de mechanische recycling vandaag.”
Dit geldt overigens naast PET ook voor aluminium blikjes, die ook licht en compact zijn, ook 100% recycleerbaar zijn en waarvan nieuwe blikjes kunnen gemaakt worden. Voor hergebruik van gerecycleerd aluminium heb je maar 5% van de energie nodig ten opzichte van primair aluminium uit bauxiet.
De engagementen van de Belgische drankenproducenten zetten hier alvast op in: tegen 2025 zullen de complexe verpakkingen en multilayers aangepast worden zodat ze 100% recycleerbaar worden. En ook de richtlijnen die Europa uitgevaardigd heeft in zijn voorstel voor de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR), ondersteunen de visie van Karine Van Doorsselaer. “Uiterlijk in 2029 moet 90% van de kunststofflessen voor eenmalig gebruik worden ingezameld (met een tussentijdse doelstelling van 77% voor uiterlijk 2025). Voor PET flessen geldt dat ze uiterlijk 2025 minstens 25% gerecycleerd plastic bevatten; voor alle flessen wordt dat 2030 met minstens 30% gerecyclede kunststof. Flessen met kunststof doppen en deksels mogen vanaf 2024 alleen in de handel komen met de doppen en deksels die aan de verpakkingen bevestigd blijven”, zegt Nicholas Hodac, Directeur-generaal van UNESDA, de federatie van de Europese frisdrankenindustrie.
Hij volgt de professoren in hun argumenten over verschillen in plaats, gebruik en functionaliteit, maar wil toch ook nog meer kijken naar materialen die goed geschikt zijn voor recyclage om er opnieuw flesjes van te maken. Nicholas Hodac: “Wij sluiten hergebruik niet uit, maar geloven niet dat dit noodzakelijk de betere optie is. Momenteel ligt dat aandeel op 5%, maar het groeit geleidelijk. We zouden dit dan ook beperken tot situaties waar het perfect kan uitgevoerd worden, zoals in de horeca. Voor thuis en retail willen we vol focussen op het verder optimaliseren van recycleren: 96% van onze verpakkingen nu al 100% recycleerbaar. Tegen 2025 wordt dat 100%, met focus op zuivere ‘virgin’ materialen die geen contaminatie in stromen veroorzaken.”
“Om dit te realiseren, is er al een hele weg afgelegd” Nicholas Hodac, Directeur-generaal van UNESDA, de Europese frisdrankenindustrie. “De groene en rode flessen zijn transparant gemaakt. De recyclage-capaciteit is spectaculair gestegen en ook de omschakeling naar gerecycleerde PET (RPET) is ingezet.”
Conclusie
Drankverpakkingen zijn essentieel voor het veilig en hygiënisch aanleveren van waters en frisdranken aan de consument. Producenten volgen daarom de evolutie van de techniek, praktijk en wetenschap over verpakkingen, materialen en hun recuperatie op de voet. Voortdurend wordt gezocht naar betere formules, en naar een evenwicht tussen duurzaamheid, functionaliteit en gebruiksgemak.
Experts zijn het erover eens dat traditionele materialen zoals (gerecycleerd) plastic, metaal en glas nog steeds de meest geschikte opties zijn in de nabije toekomst. We willen als sector dan ook zeker sterk inzetten op de juiste verpakkingen voor de juiste momenten. Convenience, met een evenwicht tussen duurzaamheid en gebruiksgemak.
Tegelijk is er meer nodig. Want zoals prof. Karine Van Doorsselaer het mooi aangaf: er zijn geen duurzame verpakkingen, enkel een duurzaam gebruik ervan. Idealiter moeten we verpakkingen op de juiste manier kunnen inzamelen en recycleren of hergebruiken. Elke verpakking telt: elke gebruikte verpakking kan opnieuw gebruikt worden, als gerecycleerd materiaal of als verpakking.
Onze drankenproducenten houden hier bij de ontwikkeling en het design van verpakkingen dan ook steeds meer rekening mee.
In deel 2 van deze reeks gaan we dieper in op de (gedeelde) verantwoordelijkheden van onze producenten, overheden en consumenten. Bewustwording en educatie van consumenten over het correct inzamelen en recyclen van verpakkingen spelen namelijk ook een cruciale rol bij het realiseren van een duurzame toekomst voor drankverpakkingen.
Deel 2: Digitalisering en gamification zijn sleutel tot recyclage
Digitalisering en gamification zijn sleutel tot recyclage
Om flesjes en blikjes in te zamelen voor recyclage, moeten we het de consument vooral zo makkelijk mogelijk maken én hierbij gebruik maken van innovatie en digitale tools. Zo pleiten experten in deel 2 van onze reeks ‘Waaruit drinken we morgen?’ waarin we verder inzoomen op recyclage als een onderdeel van circulariteit. “Zorg dat recyclage een spel wordt, waarbij geld te winnen valt. De overheid zou dit soort innovaties moeten stimuleren.”
In deel één van onze reeks ‘Waaruit drinken we morgen?’ gaven UA-prof Materialenleer en Ecodesign Karine Van Doorsselaer en UGent-prof. ir. Food Packaging Technology Peter Ragaert aan dat traditioneel (recycleerbaar) plastic en metaal en herbruikbaar glas ook in de toekomst nog de meest duurzame keuze zullen zijn voor drankverpakkingen.
Volgens Karine Van Doorsselaer zijn er geen duurzame verpakkingsmaterialen, het gaat over duurzaam gebruik van materialen. In dit deel zoomen we in op een belangrijk deelaspect: de inzameling en recyclage van drankverpakkingen.
Karine Van Doorsselaer legt uit hoe we volgens haar kunnen komen tot circulaire verpakkingen, waar zo weinig mogelijk afval bij komt kijken: “De circulaire economie gaat voor mij over zoveel mogelijk waardebehoud van verpakkingen. Eerst en vooral proberen we daarom zoveel mogelijk verpakkingen te vermijden (reduce), dan gaan we zoveel mogelijk hergebruiken (reuse) en dan recycleren (recycle).”
Nicholas Hodac, Directeur-generaal van UNESDA, de Europese frisdrankenindustrie, is het eens met deze drie opties om naar circulariteit toe te werken. Maar hij ziet in eerste instantie vooral veel voordelen voor meer recyclage, zoals ook de Single Use Plastics-richtlijn in 2019 oplegde: “Er zijn al reuzensprongen gezet op het vlak van recyclage. De recyclagecapaciteit gaat naar 100% in 2025, inkten worden verwijderd en met de vaste dop aan de flessen is de sector vooruit op de regelgeving. Op het vlak van materiaal verwachten we de komende jaren inderdaad geen grote veranderingen, omdat PET simpelweg de beste keuze blijft naar gewicht, voedselveiligheid én recyclage."Recycling vandaag en morgen
Mechanische recycling – wat we nu hoofdzakelijk doen - richt zich op het verwerken van materialen door versnipperen, wassen en smelten, zonder grote chemische veranderingen van de moleculen. Dat proces kent op dit moment nog wat uitdagingen. Zo is niet alle gerecycleerde plastic toegelaten om te hergebruiken in nieuwe drankverpakkingen, enkel rPET is toegelaten.
Een andere uitdaging is de kwaliteit van ingezameld plastic voor drankverpakkingen uit gerecycleerd plastic. We proberen dan ook zoveel mogelijk gemengde of vervuilde verpakkingen te vermijden door onze investering van meer dan 1 miljard euro sinds 2019 in state-of-the-art inzamelfaciliteiten samen met FostPlus, waarmee we in België 95% zuivere PET kunnen aanbieden voor recyclage. Maar dit percentage zouden we idealiter nog willen verhogen door van elk flesje weer een flesje te kunnen maken. “We zouden met de drankenindustrie een gesloten systeem moeten kunnen realiseren voor onze drankenverpakkingen via rechtstreekse afspraken met recycleurs en afvullers. Om dit te realiseren, kunnen we met verschillende EU-lidstaten gaan samenwerken met één governance model. Omdat we steeds werken met dezelfde vier criteria - gewicht van de verpakking, rotaties, energiemix en afstand – kunnen we de regionale verschillen overbruggen. Zo kunnen we de duurzaamheid van het hele recyclageproces ook vergroten. We willen als industrie hier dus zeker het voortouw in nemen,” aldus Nicholas Hodac, Directeur-generaal van UNESDA, de federatie van de Europese frisdrankenindustrie.
Maar er wordt ook voortdurend gewerkt aan innovaties die het recyclageproces nog kunnen verbeteren.
Karine Van Doorsselaer ziet heel wat opportuniteiten in chemische recycling: “Bij chemische recycling worden kunststoffen afgebroken tot hun oorspronkelijke chemische componenten. Zo kunnen ze opnieuw gebruikt worden als grondstof voor nieuwe kunststof.”
Chemische recyclage is dan ook zeker één van de innovaties die de sector met interesse bekijkt. Al stelt dit producenten wel voor de uitdaging dat de verpakkingen uit chemische recyclage op dit moment door de EU niet beschouwd worden als gerecycleerd materiaal, aangezien er nog een klein gedeelte nieuw plastic aan toegevoegd moet worden. Chemisch gerecycleerde PET-flessen tellen momenteel dus niet mee om de Europese doelstelling van minstens 30% gerecycleerde kunststof in drankverpakkingen tegen 2030 te halen.
Wat moet de consument weten?
De eerste voorwaarde voor recyclage is een efficiënte inzameling. Hoe bereiken en overtuigen we de consument? En waar begint en stopt zijn verantwoordelijkheid? Lotte Vermeulen, researcher en docent Communicatie aan de Arteveldehogeschool, deed onderzoek naar communicatie rond duurzame verpakkingen: ”De goodwill is er wel, maar het ontbreekt de consument vooral aan kennis, ondanks de vele initiatieven. Wat is een duurzame verpakking? Hoe sorteer ik correct? Welke keuzes maak ik het beste?”
De vraag die daarbij rijst is hoeveel kennis de consument precies moet hebben. Is het niet voldoende als ze weten welke verpakking in welke afvalcontainer thuishoort? Lotte Vermeulen: “Ja, maar vandaag vaak zijn de logo's onduidelijk, zoals bij recycleercodes, of worden ze verkeerd geïnterpreteerd, zoals het groenepuntlogo. Het blijkt dat consumenten pas naar deze logo's kijken op het moment dat de verpakking wordt weggegooid. Dan wil men graag via een duidelijk en officieel logo weten wat te doen.“
Leren recycleren, spelenderwijs
Een voorstel dat de drankensector zeker toejuicht. Want hoe meer uniformiteit en transparantie in logo’s over heel Europa, hoe beter geïnformeerd de consument en hoe performanter de inzameling.
Dat beaamt prof. ir. Peter Ragaert, die ook een rol ziet voor het onderwijs: “Scholen gaan wel vaak zwerfvuil rapen met de kinderen, maar echt inhoudelijk leren over verpakkingen en duurzaamheid zit niet in het curriculum. Dat is jammer. Vaak weten zelfs leerkrachten niet echt veel over duurzame materialen of hoe juist recycleren. Wij bieden daarom nu volwaardige opleidingen die leerkrachten in het lager en middelbaar onderwijs in staat stellen om er een degelijk lessenpakket aan te wijden. Ik denk dat we zo op termijn tot een betere kennis en begrip zullen komen, wat nodig is om tot goede inzameling en recyclage te komen.”
Karine Van Doorsselaer gaat daarop verder: “Goed recycleren is een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook de consument moet uiteindelijk mee zijn steentje bijdragen. En daarvoor is inderdaad de juiste kennis nodig. Al moet je het de consument daarnaast ook zo makkelijk mogelijk maken om een verpakking terug te brengen of in de juiste afvalzak te steken. Dat kan door statiegeld – dat dan wel voldoende hoog moet zijn - door digitalisering, of door er een spelelement aan te koppelen (gamification). De digitale technologie biedt nieuwe mogelijkheden om sorteren gemakkelijker en leuker te maken en consumenten stimuleren om actief deel te nemen. Bijvoorbeeld door punten te verdienen voor elke ingezamelde verpakking, die de consument kan inwisselen voor kortingen.”
Lotte Vermeulen is het daarmee eens: “Verwacht niet dat de consument uit zichzelf de inspanning zal doen om kennis te verzamelen. Ons advies: ga voor een push-strategie. Communicatie via meerdere, kleine ‘touchpoints’ waar er reeds interactie is met verpakkingen is cruciaal. Hoe dichter de communicatie aanleunt bij de dagelijkse handeling van mensen, hoe beter. Voorzie instructies of logo’s bij het openen van vuilniszakken, bij de aankoop van afvalemmers etc.”
Bart Calis, onderzoeker en docent verpakkingen aan de Arteveldehogeschool ziet hierbij een mooie rol voor digitalisering en gamification: “Dit kan perfect werken via mobile apps en QR-codes op verpakkingen. Zo zie ik een toekomst voor hyper-digitalisering via tags of sensoren, waardoor elke verpakking via een unieke ID traceerbaar wordt.”
Digitaal watermerk als heilige graal
Peter Ragaert: “Smart packaging zal in de toekomst een grote rol spelen om duurzaamheid te ondersteunen, zwerfvuil en verspilling tegen te gaan én te helpen bij gamification. Er lopen volop experimenten met NFC-tags (Near Field Communication – of contactloos) in drankverpakkingen, waarmee je rechtsreeks via de smartphone informatie binnenkrijgt. Noem het de opvolger van de QR-code, want daarmee moet je nog altijd scannen en een app downloaden. Je zou in deze tags alle relevante info kunnen opnemen, van gezondheidsaspecten tot de herkomst van de verpakking of het product. Is het lokaal geproduceerd? Waar moet ik de lege verpakking laten? Zo kunnen we makkelijker aan sensibilisering doen én er inderdaad eventueel ook een spelelement aan koppelen.”
“Nog een stap verder is het digitale watermerk op verpakkingen, wat uitgebreid wordt getest in het HolyGrail 2.0 initiatief” aldus Peter Ragaert. “Dit watermerk communiceert met de machines in het sorteercentrum waardoor verpakkingen automatisch en zeer verfijnd uitgesorteerd kunnen worden.”
En de overheid?
Om deze innovaties allemaal te realiseren is er wel nog wat werk aan onze inzamelings- en sorteerinfrastructuur, vindt Nicholas Hodac: “Als industrie hopen wij vooral te kunnen ontwikkelen en innoveren. We hopen alleszins dat deoverheid kiest voor een positieve samenwerking, en niet eenzijdig gaat penaliseren met rigide boetes. Dat zou een hypotheek leggen op investeringen in innovatie en zou bijzonder jammer zijn. Daarom willen we het voor consumenten zo gemakkelijk mogelijk te maken en vragen we om een betere publieke infrastructuur (zoals bijvoorbeeld slimme vuilnisbakken).”
Bart Calis: “Het is belangrijk dat de overheid beleidsmaatregelen implementeert en doelen vastlegt. Zo kan een overheid druk uitoefenen om duurzaam te blijven ontwikkelen. Daarnaast kan zij maatregelen treffen om het gebruik van bepaalde materialen te stimuleren door bedrijven minder te laten betalen voor afvalverwerking. De regels vastleggen, zorgen voor duidelijkheid, de wildgroei aan verwarrende logo’s stoppen en optreden tegen greenwashing: ook allemaal een taak voor de overheid”.
Peter Ragaert: “In de toekomstige EU-wetgeving worden hoge targets gesteld voor hergebruik en de hoeveelheid recyclaat die een verpakking moet bevatten. Om die te bereiken, heb je veel meer recyclage-infrastructuur nodig. Maar op dat vlak beweegt er niet veel, omdat gerecycleerde materialen nu simpelweg duurder zijn dan ‘virgin’ materialen, dus niet interessant om in te investeren. Daar ligt een rol voor de overheid, die dat kan aanmoedigen en sturen.”
Karine Van Doorsselaer bevestigt: “De wetgever zou de mogelijkheden moeten creëren om oplossingen te ontwikkelen, dus innovatie te stimuleren op een positieve manier door duidelijke doelen en regels te stellen. Van louter penaliseren ben ik geen pleitbezorger”.
Conclusie
Producenten van waters en frisdranken verbinden zich tot de principes van duurzame productie en consumptie, en de evolutie naar een meer circulaire economie. Zo willen we (onder meer) zoveel mogelijk onze verpakkingen kunnen recupereren en hergebruiken, als gerecycleerd materiaal of als verpakking.
We investeren hierin als drankensector, onder meer door zelf recyclage-infrastructuur te voorzien of te financieren (oa de Blauwe Zak voor huishoudelijk afval). Ook zetten we sterk in op een ‘closed loop’ van drankverpakkingen. Zo willen we verpakkingen van hoogwaardige voedingskwaliteit voorbehouden voor nieuwe drankverpakkingen in plaats van non-food toepassingen.
Tegelijk moeten consumenten meer bewust gemaakt en betrokken worden bij het goed inzamelen en recycleren. Dit kan door sensibilisering via uniforme logo's, educatie en digitale technologieën. Maar ook Gamification, met beloningen voor inzameling, is een veelbelovende optie waar de sector zeker met interesse naar kijkt (oa met The Click).
De overheid speelt een belangrijke rol in het bevorderen van duurzaamheid door faire en stimulerende beleidsmaatregelen te treffen. De drankenproducenten betalen jaarlijks voor zo’n 350 miljoen euro aan verpakkingsheffingen. De overheid kan hiermee duurzaam (her)gebruik aanmoedigen, bijvoorbeeld door het stimuleren van investeringen in recyclage-infrastructuur voor verpakkingsafval buitenshuis.
Al kijken we naast recyclage uiteraard ook naar herbruikbare verpakkingen. Hier gaan we in deel 3 van onze reeks verder op in.
Deel 3: Ook voor frisdrank krijgen we elk onze eigen, hervulbare fles
Ook voor frisdrank krijgen we elk onze eigen, hervulbare fles
De hervulbare waterfles op kantoor, bij het sporten, op de trein... het is intussen een vertrouwd beeld. Wat als je ook je eigen frisdrank zou kunnen maken en meenemen? Of beter nog, onderweg bijvullen? Naast recyclage is hergebruik en het verminderen van verpakkingen (reduce) ook een belangrijke doelstelling. De persoonlijke, hervulbare fles via dispensers is daarbij een interessante optie. We bekijken de pro’s en cons hiervan in dit derde deel van onze reeks ‘Wat drinken we morgen?’.
We bespraken in het eerste deel deze reeks al welke materialen interessant kunnen zijn voor onze fles van de toekomst. In deel twee zoomden we in op hoe we cirkel rond kunnen maken via recyclage. In dit deel kijken we naar hoe we verpakkingen op een goede manier kunnen hergebruiken en zo ook minder verpakkingen gebruiken. Want ook dit is een belangrijk onderdeel van het voorstel van de ‘Packaging and Packaging Waste Regulation’ die de Europese Commissie eind vorig jaar publiceerde. Daarin staan nieuwe, nog ambitieuzere doelstellingen om verpakkingsafval te voorkomen.
Packaging as a service
De drankensector zet al stevig in op het zoveel mogelijk vermijden van verpakking. Zo zijn er al heel wat inspanningen gedaan om overbodig plastic te verwijderen. Door bijvoorbeeld folie rond multipacks te vermijden als deze niet strikt noodzakelijk is voor het transport. Of door flessen lichter te maken (en dus ook minder plastic te gebruiken). Maar in de toekomst zouden herbruikbare en hervulbare flessen ook een grote rol kunnen gaan spelen.
Een eerste optie hierbij is die van een ‘packaging as a service-systeem’: herbruikbare flessen die door de producenten ingezameld, gereinigd en hergebruikt worden. “Maar dit vereist dan wel een goed statiegeld- én traceersysteem”, zo stelt Peter Ragaert, Director van het consortium Pack4Food en Professor food packaging technology aan de Universiteit Gent. “Want zulke herbruikbare verpakkingen vergen zeer degelijke materialen die niet snel beschadigd raken en geen kleur-, geur- en smaakstoffen oppakken (zoals je kon lezen in deel 1 van deze reeks). Als je zulke verpakkingen aanbiedt, moet je ook de garantie hebben dat je deze terugkrijgt en niet voortdurend nieuwe verpakkingen moet maken.”
Ieder zijn frisdrankfles
Zo’n dispense-systeem biedt ook de opportuniteit voor een tweede optie: werken met eigen, persoonlijke, hervulbare meeneemflessen voor frisdranken, zoals we dit nu al overal zien met waterflessen. Dit is een zeer interessante optie vanuit duurzaamheidsstandpunt om hergebruik te stimuleren én het aantal verpakkingen te verminderen. Wat helpt, is dat de consument vraagt om duurzamere en personaliseerbare formules. Ze willen rechtsreeks impact hebben op hun voetafdruk, meer controle over hun drankkeuze en creatievere uitingsvormen. “Mensen kunnen thuis én onderweg aan refill-punten in supermarkten, tankstations, publieke ruimtes… zelf hun frisdranken maken via dispensers met smaaksiropen”, verklaart Bart Calis, onderzoeker en docent verpakkingen aan de Arteveldehogeschool. “Het zou het transport én de verpakkingen fors verminderen, en de lokale productie en circulariteit een boost geven. Bovendien biedt het de consument ook meer keuze in combinaties van smaken, aangezien ze zelf de dranken kunnen samenstellen.”
Op de meeste meeneemflessen prijkt vandaag het opschrijft: “koolzuurhoudende dranken niet aanbevolen”. Dit vanwege mogelijke lekkage en drukopbouw. Maar daar komt verandering in. Door technologische vooruitgang komen er meer en meer drinkflessen die bestand zijn tegen de hoge druk die ontstaat door het koolzuur in de drank. Via speciale doppen en drukventielen kan de druk in de fles ontsnappen indien nodig, om het risico op lekkage of ongecontroleerde openingen te minimaliseren. Dit zorgt er ook voor dat de drank zijn bruis behoudt gedurende een langere periode.
Met de omslag naar de hervulbare fles – of door minstens de optie te bieden - kunnen frisdrankproducenten meer inzetten op duurzaamheid. Bart Calis: “Naast de initiële investeringskosten in refill-stations en bijbehorende infrastructuren, zal het op de lange termijn ook kostenefficiënt zijn. Minder produceren en verpakken van wegwerpflessen, betekent besparen op grondstoffen, productie, transport en CO2-uitstoot. Het succes zal ook in grote mate afhangen van de beschikbaarheid van smaken en het netwerk van refill-stations.”
Nog enkele ‘bottlenecks’ om op te lossen
Een belangrijke voorwaarde voor deze ‘dispense-systemen’ is veiligheid en hygiëne. Eerst en vooral is er hoogwaardig kwaliteitswater nodig als basis om veilige en consistent smakende dranken te creëren via dispensers. “In West-Europa hebben we kwalitatief goed water ‘uit de kraan’, maar dat is in vele werelddelen anders. Er moet dus zeker een goed systeem uitgewerkt worden om te zorgen dat deze systemen op een makkelijke manier beleverd kunnen worden met kwaliteitswater. Liefst uiteraard zonder extra transport”, geeft Bart Calis aan.
Verder moet er nagedacht worden over functionaliteit. Prof. Peter Ragaert: “In de driehoek functionaliteit-gebruiksgemak-duurzaamheid, die wij als basis hanteren voor verpakkingen, is functionaliteit prioritair. Het gaat om houdbaarheid, smaak en veiligheid. Een ‘packaging as a service’-systeem vanuit de producenten heeft het voordeel dat zij zullen zorgen voor het gebruik van het juiste materiaal. Dit om de smaak en houdbaarheid te garanderen én om via reiniging contaminaties te voorkomen. Maar dit vergt extra transport en wasstraten, die ook weer water verbruiken.”
Naar duurzaamheid is een eigen fles voor elke consument alleszins een interessantere optie. Peter Ragaert: “Al zijn er ook daar uitdagingen: de consument zal dan zelf de juiste verpakking moeten kiezen voor de juiste dranken. Want niet elk materiaal is geschikt voor verschillende dranken (bv. op vlak van temperatuur en smaakstoffen die in de materialen trekken). En ook qua hygiëne is er een potentieel risico. Wie is er verantwoordelijk als je ziek wordt? Dit kan liggen aan de drank zelf of de dispenser, maar ook aan het onderhoud van de eigen beker. Consumenten moeten hierin zo goed mogelijk begeleid worden. Bijvoorbeeld met kwaliteitslabels die de consument helpen om de juiste keuze te maken qua meeneembeker. Maar ook via innovatie en digitalisering zijn er interessante tools denkbaar. Hiervoor lopen er al enkele onderzoeksprojecten. Pack4Food werkt samen met Flanders’ FOOD en Imec aan diverse cameratechnologieën waarmee we bekers kunnen controleren op hun geschiktheid qua materiaal, de aanwezigheid van schimmel, krassen of barsten die een potentieel gevaar kunnen zijn.... Dit zou dan eventueel gekoppeld kunnen worden met de dispenser zodat die enkel werkt als de beker geschikt is voor dat soort drank.”
“Ook de bekers zelf zouden ‘smart’ gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld via NFC-tags (waarover we ook al spraken in deel 2 van deze reeks) die informatie kunnen geven over het gebruik van de verpakking. Of met thermochrome inkten die bepaalde temperaturen kunnen aangeven. Er zijn op dit vlak heel wat innovaties die kunnen helpen om eigen, hervulbare meeneemflessen een plek te geven. Hoe dan ook: echte, effectieve innovatie kan alleen maar slagen als alle stakeholders in de hele keten rond de tafel gaan zitten. Van de ontwerper, verpakkers, inzamelaars, recyclers tot de producent en consument. En dat op internationaal niveau. Dat gebeurt momenteel helaas nog te weinig.”
Conclusie
In de horeca wordt al volop gebruik gemaakt van herbruikbare flessen die worden ingezameld, gereinigd en hergebruikt. Maar ook buiten de horeca kan dit een interessante aanvulling zijn op de recyclage van verpakkingen. De sector kijkt daarom met interesse naar het concept van "packaging as a service" om verder te verduurzamen.
Ook hervulbare meeneemflessen voor frisdranken zijn een interessante piste, naar analogie met de waterflessen vandaag. Verschillende producenten experimenteren met dispensers voor frisdranken, zowel voor thuis als onderweg.
Om deze systemen te doen slagen, zijn veiligheid, hygiëne en functionaliteit wel cruciaal. Ze moeten van hetzelfde niveau zijn als onze eigen verpakkingen. Ook innovaties op het vlak van hervulbare flessen voor koolzuurhoudende dranken en digitale tools zoals smart tags en inkten, kunnen een grote vooruitgang betekenen voor een duurzame verpakkingseconomie.
Voor het realiseren van echte, effectieve innovatie moet de samenwerking tussen alle stakeholders in de keten verder groeien, inclusief ontwerpers, verpakkers, inzamelaars, recyclers, producenten en consumenten op (inter)nationaal niveau.